Anekdotes over topartiesten
In de Spot in Middelburg staat zondagmiddag een voorstelling op het programma met waargebeurde verhalen over muzieklegendes. Maximaal 30 bezoekers krijgen antwoorden op vragen als: Met wie werd popjournalist Harry de Jong dronken? Met wie rookte hij een sjekkie? En welke artiest betrapte hij met drie vriendinnen in bed?
Hans Puik 19-11-20, LINK NAAR PUBLICATIE IN PZC
Vanuit het noordelijkste punt van Nederland komt Harry de Jong (68) zondag helemaal naar Middelburg gereden voor de voorstelling ‘De Duivel ligt altijd op de loer’. Samen met presentator Willem de Vries en twee muzikanten schotelt hij het publiek een middag onversneden pophistorie voor. ,,Ik ben altijd op zoek geweest naar de mens achter de artiest”, vertelt De Jong, met onvervalst Fries accent. ,,Veel van mijn belevenissen lijken sterke verhalen, maar alles is waar.”
De Jong werd geboren in 1952 in het Friese Oudeschoot en maakte de afgelopen 45 jaar een fascinerende reis door de internationale muziekindustrie. Als popjournalist schreef hij onder meer voor het Friesch Dagblad, OOR, Humo en de Australische editie van de Rolling Stone. In de periode tussen 1974 en 2019 interviewde hij ongeveer 1500 popmuzikanten, waaronder vele grote namen. De Jong sprak onder andere met BB King, Chuck Berry, John Lee Hooker, Take That, The Rolling Stones, Neil Young en Leonard Cohen. Overal kwam hij backstage, in een hotelkamer of ‘gewoon’ thuis op de bank.
Verschrikkelijk arrogant
,,Zo was ik een keer thuis bij Ron Wood, gitarist van The Rolling Stones. Dat bezoek verliep op z`n janboerenfluitjes. Hij gaf me een rondleiding door het huis en liet me schilderijen zien waaraan hij werkte. Het was net of ik bij een vriend op theevisite ging.” Meestal kwam De Jong er achter dat artiesten net gewone mensen zijn, maar soms sprak hij sterren die leden aan totale zelfoverschatting. ,,Jerry Lee Lewis was verschrikkelijk arrogant. Ik stelde de vraag ‘wie ziet u als uw opvolger, wie moet de fakkel van de rock-’n-roll na u hooghouden?’ Waarop hij in volle ernst antwoordde: ‘Niemand, want er komt nooit meer iemand zoals ik’. Blueszanger John Lee Hooker had precies hetzelfde. Die vond zichzelf ook de uitvinder van de blues en niemand was zo goed als hij.’’
De meest dierbare herinneringen heeft De Jong aan gesprekken met Johnny Cash. De Fries was de laatste Europese journalist die uitgebreid met ’s werelds bekendste countryzanger sprak, vlak voor diens dood. ,,Als kind was Johnny Cash mijn grote held. Verscheidende keren mocht ik hem interviewen, ook in tijden van verval. Hij had de ziekte van Parkinson, in zijn nadagen deed hij niet anders dan hoesten. Zelf was ik in die tijd een kettingroker en ons laatste interview was meer hoesten dan praten. Toen zei Cash, de man die erg ziek was en nog maar kort te leven had, ‘meneer De Jong, u hoest zo verschrikkelijk, gaat het wel goed met u?’”
Telefonisch privéconcert Joni Mitchell
Aankomende zondag mogen bezoekers een blik verwachten achter de mythische buitenkant van de grootste muzikale sterren van deze aarde. Maar het gaat ook over De Jong zelf. Bijvoorbeeld over de dag dat hij door een beveiliger uit de tuin werd gesleurd van Take That-lid Jason Orange. Of het moment dat Joni Mitchell hem trakteerde op een telefonisch privéconcert.
Beknopt legt De Jong uit hoe de show er uit zal zien. ,,Tijdens de voorstelling ondervraagt Willem de Vries mij over mijn belevenissen als popjournalist. Een singer-songwriter en een bassist maken het geheel compleet, verhalen worden onderbroken door liedjes van artiesten waar ik over vertel. De presentator is aangever, ik kop zijn voorzetten in en de muziek doet de rest.”
De Duivel ligt altijd op de loer, zo heet de voorstelling van popjournalist Harry de Jong. Een titel, niet zomaar uit de lucht gegrepen, maar ontleend aan een quote van een artiest. De Jong: ,,De uitspraak is afkomstig van Ray Manzarek, medeoprichter en toetsenist van The Doors. Een unieke persoon met hippie-idealen. Ik heb hem geïnterviewd in Los Angeles en voortdurend liep hij te preken over het gebruik van lsd en andere drugs. Met indringende ogen keek hij mij aan en zei ‘Maar je moet het wel goed doen en met mate doen, want de duivel ligt altijd op de loer’. Op het moment dat één van de pioniers van de popmuziek zo’n mooie uitspraak doet, hoefde ik niet langer te twijfelen over een titel voor de voorstelling.”
De Spot, zondag 22 november, 16.00 uur: De Duivel Ligt Altijd Op De Loer