Het complete weekend brengt Toneelvereniging Pauze een bijzondere première op de Nederlandse planken: Late bloei?, de vertaling van het Duitse stuk Blütenträume van Lutz Hübner & Sarah Nemitz. Drie goedgevulde zalen in het intieme Middelburgs Minitheater bewijzen dat dit verhaal niet alleen actueel en herkenbaar is, maar ook het publiek weet te raken met een combinatie van humor en scenes die schuren.
Hans Puik 01-02-25
In 'Late bloei?' maken we kennis met een groep 55-plussers die deelnemen aan een flirtcursus om hun eenzaamheid te doorbreken en zich weer open te stellen voor de liefde. De cursusleider, de jonge en enthousiaste Jan (Johnny de Jonge), probeert zijn cursisten met methodische oefeningen en speeddates een zetje in de goede richting te geven. Maar al snel blijkt dat de deelnemers - elk met hun eigen verleden, onzekerheden en verlangens - zich niet zomaar in een stramien laten duwen. Wat volgt is een ontwapenende strijd tussen generatieverschillen, zelfinzicht en de moed om opnieuw te beginnen.
Waar ik van te voren had verwacht dat de avond vooral humor zou brengen, zet de cast van Toneelvereniging Pauze een voorstelling neer die bij momenten behoorlijk schuurt. Desiree van der Werf (Bianca), Inez van Schie (Frieda), Matthieu Arendse (Frits), Finie Groenewoud (Gonnie), Hans Weezepoel (Hein), Hanna de Visser (Julia) en Randy Gerritse (Onno) spelen de verschillende personages. Ieder heeft zijn of haar eigen dynamiek en je ziet dat dit een hechte club mensen is. Hoogtepunten zijn de ontwapenende dialogen tussen Hein en Gonnie en de speeddating-scènes.
Enkele van de spelers staan voor de allereerste keer op het podium. Bijvoorbeeld Randy Gerritse, die de rol van Onno voor zijn rekening neemt. ,,Spanning? Nee hoor, die voelde ik niet”, zegt hij na afloop. ,,Het moeilijkste aan mijn rol was het vinden van een hoed. Ik ben heel Goes afgestruind, maar kon er lange tijd geen vinden. Gelukkig is het me uiteindelijk wel gelukt.”
Johnny de Jonge als cursusleider Jan brengt een balans tussen zelfverzekerdheid en twijfel, waardoor het publiek zowel met hem kan lachen als met hem kan meeleven. De oudere personages zijn geen karikaturen, maar echte mensen met herkenbare verlangens en frustraties.
Regisseur Willem Ploum heeft met deze voorstelling een balans gezocht tussen komedie en emotie. Hij heeft – samen met de inmiddels overleden Jo Ubags – het stuk vertaald vanuit het Duits naar het Nederlands. In Duitsland is Lutz Hubner – originele schrijver van deze voorstelling - de meest gespeelde auteur van het land.
De vertaling is knap gelukt. Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het best een complex stuk is, iets wat voor enkele beginnende spelers een mega-uitdaging genoemd mag worden. Dat maakt het extra knap. Ook de eenvoudige, maar doeltreffende vormgeving van het decor draagt bij aan de sfeer. ,,Eigenlijk kunnen we dit stuk overal spelen, bijvoorbeeld in iedere gymzaal of aula”, zegt Ploum na afloop. En dat is zo, want qua decor en techniek is het minimalistisch en dat past prima bij deze voorstelling. De regisseur hoopt dat ze het stuk nog vaker kunnen opvoeren. Eerst maar eens dit weekend afsluiten. Zondag is voorlopig de laatste van een reeks van drie.