In Vestzaktheater Het Zwijnshoofd in Bergen op Zoom is het tijdens het Pinksterweekend lachen geblazen. Het Gezellentoneel voert van vrijdag t/m maandag de klucht ‘De Sluwe Smokkelaar’ op. Ik mocht woensdagavond al een kijkje nemen tijdens de generale.
Hans Puik 16-05-24 (Foto’s Dick Vermaas)
Net als toeschouwers komend weekend moet ik eerst langs ‘de douane’ - met een persoonlijk verkregen paspoort - om überhaupt toegang tot de zaal te verkrijgen. Na een strikte controle door de beambten opent de slagboom en stap ik een soort levend ‘Suske en Wiske’ binnen en waan ik me in een stripverhaal. Het imposante decor draagt perfect bij aan dat gevoel, net als de geweldige outfits van alles spelers.
Toneelkluchten waren jarenlang in Nederland immens populair. Mensen bleven thuis om acteurs als John Lanting of Piet Bambergen aan het werk te zien. Later blies Jon van Eerd - met succes – het genre nieuw leven in. Bij amateurgezelschappen is een klucht of komedie nog steeds het meest gekozen genre. Niet voor niets, want mensen hebben behoefte aan een avond of middag verstand op nul en onbekommerd lachen.
Het Gezellentoneel is zo’n club die de lachspieren van toeschouwers moeiteloos weet te trainen. De vereniging bestaat al bijna 100 jaar (opgericht in 1926), al was de aanvankelijke doelstelling anders dan de tegenwoordige. ‘Een op het werk van de Duitse priester Adolf Kolping geïnspireerde vereniging met als doelstelling om jongemannen boven de 17 jaar een godsdienstzedelijke, sociale en culturele opvoeding te geven’ staat er op de site te lezen. De liefde voor toneel, de onderlinge vriendschap en het streven naar een hoog niveau zijn bewaard gebleven kwaliteiten.
Dit weekend staat ‘De Sluwe Smokkelaar’ op het programma, onder regie van Pieter-Bas de Jonge. Het stuk is een herschreven versie van het Vlaamse toneelstuk ‘Maak dat je tante wijs’. Het verhaal speelt zich af in de bossen op de Brabantse wal in het idyllisch pension ‘Zeldenrust’. Moeder Thea (Jozé Luijks) en dochter Elske (Laura van Tilburg) zijn de gastvrouwen en één voor één komen mensen inchecken. Dat begint met tweelingzusjes Marie en Anne (Anne Marie van Aken en Jacqueline Franken) die in koor ‘1,2,3 oehoe’ roepen bij binnenkomst. Er loopt een opa rond (Richard de Koning) die vindt dat hij als hond wordt behandeld. Patjepeeër Paul (Emiel Wilbrink), handelaar in onroerend goed is ongetwijfeld de vreemdste van het stel. Zijn opvallende snor, grote sigaar en paarse outfit vormen slechts een vleugje van zijn flamboyante voorkomen. Paul krijgt een kamer met uitzicht op het kerkhof. Ach, zolang hij maar boslucht op kan snuiven, is hij tevreden. Hij blijkt een andere gast, de elegante Vlaamse dame Henriëtte (Terry Hopman) beter te kennen dan gedacht. En dan zijn er nog bouwvakkers Willem (Ronald Blom) en Edgar (Dylan Benne). Rotterdamse metselaar Willem stottert bij elk woord dat met een v begint. Dat schijnt iets met zijn Spaanse verleden te maken te hebben. Samen met de Duitse timmerman Edgar zorgt hij voor veel joligheid in het stuk. Dat geldt ook voor de twee zusjes, die vanaf het begin voor een lach zorgen bij het publiek.
Tot slot zijn er – naast de douanebeambten – nog vogelspotter Harry (Ward Warmoeskerken) en tuinman Hendrick-Jan (Wally Sep). Harry doet qua flamboyante acties niet onder voor Paul. Onder de klanken van het Franse nummer ‘Je ’t aime’ raken Harry en Elske in vervoering als het over de bronstijd en de paringsdans gaat. Gekkigheid die prima past in een klucht.
Of Harry werkelijk een vogelspotter is, dat ontdek je als toeschouwer pas later in het stuk en dat geldt eigenlijk voor alle rollen. Want is iedereen wel wie hij of zij zegt dat-ie is? Of vinden er allerlei dubieuze smokkelacties plaats in het pension en door wie dan? Dat zijn vragen waarop alleen de bezoekers de antwoorden zullen krijgen.
Het is een uiterst vermakelijk stuk. De regisseur heeft veel luchtigheid en leuke woordgrappen aan de originele tekst toegevoegd (‘Is het nou Anne-Marie of Marie-Anne’, is een voorbeeld van een grapje dat alleen toeschouwers zullen begrijpen). De meeste spelers hebben veel ervaring en dat kun je goed merken. Stotterende Willem is geweldig, Paul en Harry spelen ontzettend knap ‘over-de-top’, de zusjes zorgen vanaf het begin voor een lach, de gastvrouwen moeten meteen de toon voor het stuk zetten en doen dat met verve. En zo is er eigenlijk voor iedere rol wel een pluim uit te delen.
Bij een klucht blijft er altijd een grijs gebied tussen je rol ‘enorm uitvergroten’ of net over het randje gaan. Jon van Eerd vertelde eens in een interview dat hij graag de grens opzoekt, hoe ver kun je gaan tot het publiek het nog leuk blijft vinden? Met die vraag krijg je te maken als je karakters sterk uitvergroot. Dat is ook bij De Sluwe Smokkelaar het geval, ik ben benieuwd hoe toeschouwers het zullen ervaren. Ik kon er smakelijk om lachen, maar het lijntje met 'iets teveel van het goede' blijft waterdun.
Alle voorstellingen zijn inmiddels uitverkocht.
Regie:
Pieter-Bas de Jonge
Regie assistent:
Mieke van Loon
Spelers:
Jozé Luijks - Pensionhoudster Thea Akkerman
Richard de Koning – Schoonvader Piet Akkerman
Laura van Tilburg – dochter Elske Akkerman
Anne Marie van Aken – Zus Anne Marie van Laren
Jacqueline Franken – Zus Marie Anne van Laren
Emiel Wilbrink – Patjepeeër Paul van Deutekom
Terry Hopman – Elegante dame Henriëtte van Dongen
Ronald Blom – Bouwvakker Willem Moerland
Dylan Benne – Bouwvakker Edgard Kaiser
Ward Warmoeskerken – Vogelspotter Harry Bosman
Wally Sep – Tuinman Hendrick-Jan
Rob Boas, Martijn de Ruijter, Bieke van der Zanden en Maaten de Rooij – Douanebeambten
Decorontwerp: Josefien de Jonge
Kleding: Ward Warmoeskerken, Jacqueline Franken
Decor: Jack Luijks, Piet Quaden, Anton Beekers, Colin Beekers
Grime: Eric Elich
Theatertechniek: Ron de Groot
Productieleider: Willem van der Kreek
Grafisch ontwerp: Barbara van der Zanden
PR: Dylan Benne
Fotografie: Dick Vermaas
Adviseur: Cees van Broekhoven